15 april 2022

Onderzoek nieuwe operatietechnieken dikke darmkanker

Onderzoek naar dikke darmkanker. Je zou het wellicht verwachten in grote academische onderzoekscentra. Maar juist in Meander Medisch Centrum waar we op hoog niveau zorg bieden, onderzoek doen en onderwijs geven - en door STZ als hightech centrum voor de behandeling van colorectaal carcinoom geaccrediteerd zijn - worden belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van de behandelingen van dikke darmkanker. We spraken promovendi Daan Sikkenk en Ritch Geitenbeek over hun onderzoek naar de behandeling en operatietechnieken van dikke darmkanker.

Terug

Behandeling vroeg stadium dikke darmkanker

“Patiënten met dikke darmkanker krijgen vrijwel altijd een hele uitgebreide operatie. Daarbij wordt eigenlijk geen onderscheid gemaakt in patiënt of hoe groot de tumor is. De behandeling is vrijwel hetzelfde” vertelt Daan.

“Er is meer onderzoek gedaan naar het verwijderen van grote tumoren met als resultaat dat daar nu meerdere behandelingen beschikbaar voor zijn. Maar elke patiënt en elke tumor is anders, brengt andere risico’s met zich mee. Het is een nauwe balans tussen dat de tumor goed weg is gehaald en de complicaties die een operatie met zich meebrengt. We denken dat in de toekomst voor elke patiënt en elke tumor een speciale behandeling gegeven kan worden.”

“Met mijn onderzoek richt ik me op de operatietechniek van patiënten met een vroeg stadium van dikke darmkanker. Uiteindelijk is het doel om een operatie te ontwikkelen waarbij patiënten zo min mogelijk complicaties kunnen krijgen en zo snel mogelijk naar huis kunnen. Op een veilige manier met uiteraard goed chirurgisch en oncologisch resultaat.”

“In Meander kunnen we onder leiding van Professor Consten – hoogleraar Robotchirurgie, chirurg in Meander en UMC Groningen - onderzoek doen naar die specifieke groep patiënten. Daar is nog veel winst te behalen. Ook staat minimaal invasieve chirurgie heel hoog in het vaandel van Meander. Bijvoorbeeld door middel van robotchirurgie. De robot wordt veel gebruikt om steeds complexere operaties te kunnen doen, onder andere voor dikke darmkanker. We vinden het belangrijk voor de patiënt maar Meander is er ook erg goed in. Een hele goede basis voor mijn onderzoek.”

“Het is niet zo dat we over 1,5 jaar, als ik mijn promotietraject afrond, bewezen hebben wat de beste behandeling is voor kleine tumoren in de dikke darm. Daar gaan zeker nog jaren overheen voordat het echt een procedure is die in het hele land gebruikt zal worden. Maar dit is wel een eerste stap, een belangrijke eerste stap naar een groter proces. Het is bijzonder dat al dit onderzoek gedaan kan worden in Meander. Dat is mede mogelijk gemaakt door subsidie van de Vrienden van Meander.”

Endeldarm kanker

“Het verwijderen van de tumor, eventueel vooraf gegaan door een combinatie van chemotherapie en bestraling, vormt vooralsnog de primaire behandeling van endeldarm kanker. De operatie kan worden uitgevoerd via laparoscopische, robot-geassisteerde en transanale benadering” vertelt Ritch.

“De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar die operatietechnieken. Dit onderzoek richtte zich voornamelijk op de chirurgische en oncologische uitkomsten van die technieken en toonde aan dat de technieken op deze gebieden vergelijkbare uitkomsten hebben. Waar nog minder onderzoek naar gedaan is zijn belangrijke uitkomsten voor de patiënt, zoals kwaliteit van leven en functioneren na zo’n operatie. Daarop richt mijn promotieonderzoek zich op.”

“Hoe ervaart de patiënt de kwaliteit van leven één jaar na operatie met deze benaderingen en verschilt dit tussen de technieken? Daarnaast weten we nog weinig over de kosten van deze technieken. Men kan zich misschien voorstellen dat een operatierobot duur is in aanschaf, echter stel dat met de robot opereren zou leiden tot minder veel patiënten met blijvend stoma, dan kan dit mogelijk de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren en dus eventuele meerkosten waard zijn.”

“Om deze vragen te beantwoorden zijn we in oktober vorig jaar gestart met de Vantage trial. Deze studie zal de komende vijf jaar kijken naar kwaliteit van leven en functionele uitkomsten van patiënten die geopereerd zijn met  deze verschillende benaderingen en hoopt zo inzicht te krijgen in deze, juist voor de patiënt zeer belangrijke uitkomsten.”